Komen en gaan

Wennen
Na het maken van een telefonische afspraak volgt een intake gesprek met de bedrijfsleidster. Na definitieve plaatsing volgt een tweede gesprek. Tijdens dit gesprek verzamelt de bedrijfsleidster zoveel mogelijk relevante informatie om het kind goed te kunnen begeleiden. Dan wordt ook het schriftje meegegeven waarin gevraagd wordt aan de ouders om zoveel mogelijk een soort “gebruiksaanwijzing” van hun kind op te schrijven. In dat gesprek worden dan ook wen-afspraken gemaakt.
De eerste keer van de wen-periode komen de ouders samen met het kind na 09.00 uur of ’s middags na 13.30 uur als alle kinderen er al zijn. Er wordt maximaal drie keer afgesproken om te wennen. Het zal van het kind en de ouders afhangen of drie keer nodig is.

Het doel van de wen-periode is:
* het vertrouwd raken van het kind met de nieuwe omgeving en het opbouwen van een vertrouwensrelatie tussen kind en vaste leidster
* het vertrouwd raken van de ouders met de nieuwe situatie en het vertrouwen krijgen dat hun kind in goede handen is
* het goed op elkaar afstemmen van voedingsschema’s, slaapgewoontes en pedagogische aanpak thuis en op de opvang

Hoe de wen-periode verloopt hangt mede af van de leeftijd van het kind.
Bij een baby van rond de 10 weken zullen met name de ouders het vertrouwen moeten opbouwen dat er goed en zorgvuldig met hun kind wordt omgegaan.
Voor een baby is de slaapomgeving het meest vertrouwd. Daarom vragen we ouders om een knuffel of kroeldoekje, ook eventueel de eigen speen van het kind mee te geven.

Zodra het kind in een ledikantje gaat slapen zal het moeten wennen aan de andere kinderen op het slaapkamertje. Leidsters maken een bewuste keuze voor het vaste slaapplekje voor het kind passend bij de slaapgewoonten en volgens de veiligheidsnormen. Soms kan met wat schuiven met slaaptijden, volgorde van naar bed brengen, de wenperiode vergemakkelijkt worden voor een nieuw kindje.

Voor een ouder kind is de wen-periode vaak wat moeilijker. Het oudere kind heeft goed in de gaten dat pappa of mamma weggaat en hem/haar achterlaat. Wij adviseren ouders het afscheid niet te rekken, een lang afscheid maakt het voor het kind vaak moeilijker.

Hechting
Voor een veilige hechting is, zeker in het begin, een voorspelbare situatie met vaste gezichten belangrijk. Baby’s krijgen vaak veel aandacht van oudere kinderen op de groep. De groepsleiding moet goed op de reacties van de baby letten of die dat aankan. Ook peuters moeten leren zorgvuldig en gedoseerd een baby te benaderen. Het is de taak van de leidsters om dat wat te reguleren.Voor oudere kinderen is het ook erg belangrijk dat ze telkens dezelfde gezichten zien op de groep. Zo weten ze bij wie ze terecht kunnen als ze verdrietig zijn of pijn hebben. Continuïteit op de groep is heel belangrijk voor kinderen en voor ouders. Op elke groep werken 2 tot 4 vaste leidsters. De leidsters werken hun vaste dagdelen en wanner zij uitvallen worden de uren overgenomen door een van de vaste leidsters.

Hallo en dag 1
Voor peuters is het moment van afscheid nemen van de ouders meestal het moeilijkst. Om die reden wordt de manier van afscheid nemen goed met de ouders doorgenomen tijdens het tweede kennismakingsgesprek.
We adviseren ouders het afscheid niet te rekken. We vinden het als leidsters voor het kind en de groep het prettigst als een ouder duidelijk afscheid neemt en duidelijk zegt dat zij het kind ook weer ophalen aan het einde van de dag.
Als het kind moet huilen zal de leidster het kind van de ouder overnemen en met het kind mamma of pappa uitzwaaien. De ouders kunnen later altijd even bellen of alles goed is gegaan. Ook na de wenperiode blijft deze werkwijze bij het verwelkomen en afscheid nemen.

Hallo en dag 2
Aan het eind van de dag is er weer een moment van verwelkomen en afscheid nemen. Dat kan met name voor peuters weer een verwarrend moment zijn. Naar wie moet ik nu luisteren. Naar mamma/pappa of naar de leidster? Over het algemeen volgen we de volgende gedragslijn:

Pappa of mamma doen de jassen en schoenen aan en verzamelen de spullen, en zijn vanaf ze binnen stappen weer de autoriteit. Dat is voor kinderen het duidelijkst. Ouders houden er daarbij rekening mee dat het een en ander zo soepel mogelijk verloopt voor iedereen, ook i.v.m. de nog niet opgehaalde kinderen.
Natuurlijk zijn leidsters en stagiaires ondersteunend aanwezig als er meer kinderen uit een gezin zijn aan te kleden of zodra er even iets met de leidster besproken moet worden in de mondelinge overdracht. Dit is een korte overdracht, bij grotere bespreekonderwerpen wordt een afspraak gemaakt omwille van privacy en onverdeelde aandacht. Voor alle kinderen is er ook een schriftelijke overdracht.