Taalontwikkeling

De taalontwikkeling begint al bij de geboorte, sommigen zeggen al daarvóór.
Het praten tegen baby’s in allerlei toonaarden, gevuld met allerlei gevoelens, laat als het goed is baby’s taal associëren met iets prettigs, in contact zijn.
De woorden die we gebruiken hebben nog geen cognitieve betekenis voor het kind, wel een gevoelbetekenis.

Baby’s
Bij het verschonen en spelen met een baby, vertellen we over alles wat we doen. Dat voegt iets wezenlijks toe in het ervaren van liefde, veiligheid en voorspelbaarheid. De koude billen bij het verwijderen van de vieze maar warme luier is op den duur geen verrassing meer als we steeds vertellen wat we gaan doen. We zingen liedjes voor de baby’s en geven als er ruimte is voorkeur aan een slaapliedje boven een muziekdoosje.

Dreumesen en peuters
Voortbordurend op het praten tegen de baby’s houden we dit vol gedurende dreumes-en peuterleeftijd. Woorden worden vanzelf gevuld met gevoel en betekenis. Liedjes worden ondersteund met gebaren. Ook bij het verhalen vertellen maken we veel gebruik van gebaren en mimiek. Lichaamstaal is in overeenstemming met het verbale….( duidelijkheid). We leren de kinderen actief slechts woorden en begrippen aan die gevuld kunnen worden met betekenis/ervaring. Aan lege moeilijke woorden hebben kinderen niets.

Er wordt veel gebruik gemaakt van de combinatie woorden-zintuigen. Beelden, gevoelens, klanken, geuren,bewegingen vullen de woorden. Voorlees/prentenboekjes zijn een essentiële ondersteuning. Rollenspelletjes ook.
Belangrijk is dat taal geassocieerd blijft met positieve aandacht. We zorgen ervoor dat datgene wat we zeggen de aandacht trekt van een kind, omdat het de moeite waard is om naar te luisteren, qua toon en/of inhoud.
Bij het stellen van grenzen, het aansturen of corrigeren zijn we extra attent op duidelijkheid, toonaard, hoeveelheid woorden en het selecterend gehoor van de kinderen naar hun aard, leeftijd/ontwikkeling en meegebrachte ervaring.

Zie hoofdstuk grenzen aangeven*